De rol van de toeschouwer: afstand bewaren
Columns , Psychologie 19 augustus 2022 21:08 René Pijlman
Het is
in beider belang dat de toeschouwer
voldoende afstand bewaart ten opzichte van de schakers.
Daar kan geen twijfel over zijn.
Als de
toeschouwer zich het leed en de problemen van de schakers te veel aantrekt,
wordt haar rol erg zwaar. Zij neemt de dingen die zij waarneemt als het ware
mee naar huis, waardoor zij zich niet goed meer kan ontspannen. De kunst is om
warme belangstelling voor de partij op te brengen, maar daarbij grenzen in acht te nemen en
een zekere distantie te betrachten. Maak geen oogcontact
met de schaker. Laat je niet verleiden door de wanhopig smekende blik, waarmee
hij vraagt om aandacht of adviezen. Professioneel hulpverleners zullen dit
beamen.
De nabijheid
van een toeschouwer heeft onmiskenbaar invloed op de schaker. De belangstelling drukt als
een loden last op zijn schouders. Plots wordt van hem een verrassende manoeuvre
verwacht, een geniale zet of een indrukwekkende slotcombinatie die aan alle
twijfel een einde maakt.
Bobby Fischer had in
zijn partij tegen Ulf Andersson in 1970 onder het toeziend oog van een te
nabije toeschouwer geen 13 Kh1 durven spelen, omdat zijn plan geenszins voor de
hand lag. De zet zou de indruk kunnen wekken dat hij onzeker is, zijn beurt
liever overslaat en besluiteloos zijn koning verplaatst. Hij kan en mag er niet
op vertrouwen dat de toeschouwer blijft kijken naar het geniale vervolg 14 Tg1,
16 g4!, 17 Tg3, 18 Tag1 enzovoorts.
Langdurige
aandacht voor één bepaalde partij kan de schakers aldaar volledig uit
het lood slaan. Zij realiseren zich dat de toeschouwer de stellingsproblemen
langzaam maar zeker begint te begrijpen. Schaamte of trots voor de
gebeurtenissen op het bord bekruipt hen. Ze worden onzeker en feilbaar.
Verdeel de aandacht daarom evenredig over de verschillende partijen in de
speelzaal en verblijf slechts kort in de aandachtsfeer van een schaker.
Vreselijk
is dat de schaker in intense belangstelling aanwijzingen meent
waar te nemen. Kijkt de toeschouwer nou vooral naar g6? Is daar een offer
mogelijk? Het knaagt, het offer werkt niet, maar hoe maakt hij dat de toeschouwer
duidelijk zonder de partij te verliezen? Voor de toeschouwer die de schaker een
warm hart toedraagt is het daarom beter de blik te richten op verschillende
elementen van de stelling. Kijk niet in het bijzonder naar de vijandelijke
koning, maar volg
met de ogen de open lijnen en lange diagonalen in alle richtingen.
Maar overdrijf het niet. Een geheel geblokkeerde pionnenketen behoeft geen
nadrukkelijke aandacht langs zijn diagonaal.
Tijdsdruk wordt
onder invloed van de toeschouwer in wiens gezelschap de schaker vertoeft,
welhaast ondraaglijk. Hij heeft honger, wil naar het restaurant. We hebben maar
een uurtje voor de lunch. Hoe maak ik het snel af? De toeschouwer die zich
de geïnduceerde prestatiedruk realiseert,
zou van de weeromstuit geruststellende signalen willen afgeven. We hebben alle
tijd, maak je niet druk. Maar dat brengt de schaker uit balans. De klok tikt
immers door en latente tijdsdruk doet zich immer gelden.
Fysieke
nabijheid wordt gehoord, gevoeld, geroken. Deze zintuigen van de schaker,
die bij het spel geen rol van betekenis spelen, reageren geprikkeld en
overactief op elke afleiding die zich aandient. Een met mate aangebrachte
aftershave of milde parfum kan aanvaardbaar zijn, mits de toeschouwer zich
benedenwinds opstelt. Het aanraken
van de schaker is echter uit den boze! Dat kan niet genoeg
worden benadrukt.
Bij geluiden
of geuren die onbedoeld aan het lichaam ontsnappen, is het zaak
subiet fysieke afstand tot het bord te
nemen. Maar doe dit rustig en beheerst, om geen onnodige aandacht van de
schakers en overige aanwezigen te trekken. Het is niet nodig aan te nemen dat
de schaker e.e.a. heeft waargenomen en een verontschuldigende blik te werpen.
De schaker zal uit beleefdheid in diepe concentratie blijven en het ongelukje
schijnbaar onopgemerkt laten passeren.
Roken is
doorgaans in de speelzaal niet toegestaan. Alcohol drinken wel, maar dat wil
niet zeggen dat dit een goed idee is. De schaker moet onbeneveld denken en
onthoudt zich derhalve van alcohol. De hele partij zit hij zich te verkneukelen
om het eerste biertje na afloop. Het levert hem de ijzeren wil de partij snel
te beslissen met een vlotte aanval en overtuigende slotcombinatie. In die
omstandigheid van hevig
verlangen vraagt de versnapering in de hand van de
toeschouwer te veel van de zelfbeheersing van de schaker.
Het
verorberen van een zachte snack kan in de speelzaal worden
gedoogd. Volstrekt ontoelaatbaar zijn echter consumpties met welriekende
ingrediënten, zoals pindakaas of satésaus. Deze zouden binnen 500 meter van een
schaakevenement niet verkrijgbaar moeten zijn. De
organisatie heeft hierin een belangrijke verantwoordelijkheid. De grofste
schending van de optimale speelomstandigheden is het in de mond vermalen van
droge chips, die tevoorschijn wordt gehaald uit een luidruchtig krakende
plastic zak. Een hele zaal schakers kan ermee tot wanhoop worden gedreven.
Sterke
schakers dienen zich bewust te zijn van een extra verantwoordelijkheid
wanneer zij zich manifesteren als toeschouwer. Hun belangstelling voor een
partij van een mindere schaker kan onvermoede gevolgen hebben. De schaker kan
zich vereerd voelen, maar ook veroordeeld of geridiculiseerd. Dat gevaar dreigt
met name bij onbedoeld proesten of
plotselinge lachstuipen.
Het is beter afstandelijk door de speelzaal te schrijden en slechts terloops een
neutrale blik op de stellingen van de mindere goden te werpen. Juist door een
zekere afstand te bewaren krijgen ze vertrouwen in hun zelfredzaamheid.
Het is
de toeschouwer ten strengste verboden tekenen of signalen aan de schaker
te geven, van welke aard dan ook. Dat wil zeggen, het is de schaker verboden er
kennis van te nemen of zich erdoor te laten adviseren. De toeschouwer dient
zich te beperken tot een strikt
observerende aanwezigheid. Knipogen, de duim opsteken,
klakken met de tong, doe het niet!
Een
bijzondere categorie toeschouwers is de ouder of coach van een jong
talent. Zo herinner ik mij als de dag van gisteren mijn kansloze nederlaag
tegen een 12-jarige jongen in het open Limburgs Kampioenschap van 2008 te
Maastricht. Hij had mij positioneel én tactisch volkomen overspeeld en ik hing
vernederd in de touwen. Ik droom er nog regelmatig van. Vrijwel onmiddellijk na
mijn overgave verscheen een man aan het bord, die gedurende de hele partij
net-niet-hinderlijk om ons heen had gedrenteld. Ik begreep zijn belangstelling
voor onze partij niet, tot ik mij enkele frappante overeenkomsten gewaarwerd in
uiterlijke kenmerken van mijn tegenstander en de man in kwestie. Het was zijn
vader. Met enthousiaste armgebaren nodigde pa een coach en andere begeleiders
van de jeugdige schaker aan het bord. Er werd spontaan een eerbetoon voor de
opmerkelijke prestatie georganiseerd en kennelijk werd van mij verwacht dat ik
daaraan deel zou nemen. Ik kon wel huilen. Gelukkig was ik in
het gezelschap van enkele goede schaakvrienden die mij troostten en naar de bar
droegen.
Het meest curieuze geval van de te nadrukkelijk aanwezige toeschouwer is ongetwijfeld dr. Zukhar, een bekende hypnotiseur die in het team van Karpov plaatsnam op de publieke tribune bij het wereldkampioenschap tegen Korchnoi in 1978. Er mag twijfel bestaan over het realiteitsgehalte van de hypnose en aardstralen waarvan hij werd beschuldigd, maar uit de gang van zaken bleek dat de toeschouwer zelfs op gepaste afstand een onmiskenbare invloed op de schakers kan hebben. Het verhaal gaat dat Korchnoi een eigen toeschouwer met bijzondere vaardigheden op de tribune plaatste, zodat deze en Zukhar elkaars aardstralen zouden opheffen. Ik vermoed dat Korchnoi er echt in geloofde en dat hij hierdoor werd gesterkt in zijn wil om te winnen. Helaas is dat winnen niet gelukt, dus misschien zit er toch een kern van waarheid in de vermeende invloed van aardstralen. Vermijd daarom liever het uitzenden van dergelijke straling.
Dit artikel is eerder gepubliceerd in de Caissa
Nieuws nr 442 van augustus 2017, het clubblad van Caissa
Amsterdam.